Mindfulness is niet soft
Op een of andere manier hangt er een soft imago om het begrip mindfulness heen. Dat is volstrekt onnodig. Ook neurowetenschappers zijn steeds meer overtuigd van de zinvolheid van mindfulness. In dit artikel belicht ik mindfulness vanuit een aspect uit de neurowetenschappen.
Wat is mindfulness
Mindfulness is een techniek om je mentale concentratie te oefenen. Bij veel mindfulness oefeningen richt je je aandacht op een punt, zoals je ademhaling, een kaarslicht of een inspirerend voorwerp. Tijdens de oefening richt je je louter op het verlengen van de periode dat je aandacht kan blijven richten op dat ene punt. Hierdoor leer je je aandacht te vergroten. Elke keer als je tijdens deze oefening je aandacht verliest, keer je weer terug naar dat ene punt. Door mentale concentratie te oefenen, word je steeds beter in het herkennen of je afgeleid bent of dat je je aandacht kan richten. Hier is niets spiritueels aan. Ook kom je niet in een trance. De essentie van mindfulness is je brein trainen, het is niet een bepaalde geestestoestand.
Wat je aandacht geeft, groeit
Mindfulness wordt wel vertaald met aandachtmeditatie of aandacht training. Het gaat dus om het trainen van je aandacht. In de neuroleiderschap, of breingebaseerd leiderschap is een belangrijk motto, ‘wat je aandacht geeft groeit’. Door mindfulness te oefenen word je beter om langdurend je aandacht te richten. Je hersenen gaan niet meer allerlei gedachten maken, maar je bent in staat om meer directe belevingen te krijgen. Je gaat een andere breinnetwerk activeren.
Twee breinnetwerken
Neurowetenschappers beschrijven twee belangrijke netwerken in ons brein. We hebben een netwerk dat zich bezighoudt met dagdromen, plannen en piekeren, het default netwerk. Dit netwerk houdt zich ook bezig met het nadenken over anderen. Als dit netwerk actief is, dan denk je aan het verleden en aan de toekomst. Je denkt aan al de mensen die je kent inclusief jezelf. Dit netwerk is actief voor het grootste gedeelte van je dag. Het kost weinig moeite om dit netwerk aan te zetten. Het default netwerk noemen we ook wel het narratieve netwerk. Het narratieve netwerk houdt zich dus bezig met het bedachte zelf. Het is een abstractie (verhaal) van de ervaren werkelijkheid.
We hebben ook nog een ander netwerk: het netwerk voor de directe ervaring. Als dit netwerk actief is, gaan ook andere onderdelen van je brein aan het werk. Als dit netwerk aan het werk is, ben je niet aan het denken over het verleden en de toekomst. Je ervaart de informatie in het nu. Dit netwerk zorgt ervoor dat het ‘zelf’ daadwerkelijk in het huidige moment aanwezig is en ervaren wordt.
Deze twee netwerken blijken alternerend te werken. Dus als je te veel aan het piekeren bent, is de kans groter dat je je snijdt aan een gebroken glas. En het werkt ook andersom. Door je aandacht te richten, kan je het netwerk van de directe ervaring activeren waardoor je minder gaat piekeren.
De twee netwerken en het brein
Het default netwerk is gelokaliseerd in een mediaal deel van de prefrontale cortex samen met gebieden waar het geheugen zit.
Als het netwerk van de directe ervaring actief is, worden andere onderdelen van het brein meer actief: zoals de insula, nodig voor het ervaren van lichaamssensaties. Maar ook de cortex cingulare anterior wordt meer actief. Dit laatste gebied is betrokken bij het switchen van je aandacht.
Onderzoek
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat mensen die mediteren of aan mindfulness doen, grotere verschillen laten zien in het gebruik van deze twee netwerken. Het is makkelijker voor hen om te switchen van het ene netwerk naar het andere netwerk. Mensen zonder meditatie ervaring verbleven meer in het narratieve netwerk. Uit een andere onderzoek blijkt dat mensen die mediteren meer in staat zijn om vorm te geven wat ze zeggen en wat ze doen. Ze kunnen hier sneller in schakelen. Terwijl de mensen die niet mediteren veel onbewuster het werk doen.
Tot slot
Mindfulness is een gewoonte. Het is iets wat je kan leren. Oefen dagelijks en je groeit in je mindfulness. Je wordt bewuster in het maken van je keuzes. Je kan de oefening groot maken of klein, dat maakt niet uit. Zolang je maar dagelijks oefent. Begin eenvoudig maar doe het frequent, het liefst dagelijks.