Hersenhormonen: ze kunnen managers helpen maar ook frustreren!
Ik wil je graag aanraden om een video met een lezing van Simon Sinek te bekijken. (Je treft deze aan het eind van dit blog aan.) De naam van deze video is: “why leaders eat last”, gebaseerd op zijn laatste boek. In deze video legt hij op zeer inspirerende manier uit, hoe onze hersenhormonen, onze leiderschapsstijl kunnen beïnvloeden. Maar ook hoe jij de hersenhormonen goed kan inzetten, om een betere leider te worden. Het is vooral een oproep om een manager te worden die goed voor zijn mensen zorgt en die zorgt voor een veilige werkomgeving.
Ik heb een korte samenvatting van dit filmpje gemaakt. Ik heb deze samenvatting aangevuld met mijn eigen kennis over neuroleiderschap.
Twee groepen hormonen
Hij onderscheidt de hormonen van het brein in ego-hormonen en sociale hormonen. Voor het eerste soort heb je geen andere mensen nodig. Je kunt zelf zorgen dat je dit hormoon in je systeem krijgt. Het gevaar van dit hormoon is, dat het je egoïstisch maakt en het is verslavend.
De tweede groep hersenhormonen, de sociale hormonen, zorgen voor verbinding onderling. Om deze hormonen in je systeem te krijgen heb je anderen nodig.
Ego-hormonen
We hebben twee ego-hormonen: endorfine en dopamine.
Endorfine
Endorfinen temperen de pijn. Je produceert endorfine over het algemeen door pijn en stress. Flinke fysieke inspanning geeft het lichaam ook ‘pijn’ waardoor het reageert met de aanmaak van endorfinen. Dit is wel bekend uit de sport. Als een sporter lang sport, kan hij endorfine aanmaken, waardoor hij minder pijn ervaart. Ze gaan zich op een bepaald moment ook nog ‘high’ voelen. Ze komen in een bepaalde roes. Deze kan verslavend zijn. Endorfine wordt ook aangemaakt als je verliefd bent. Het vermindert je angst. Ook door veel lachen maak je endorfinen aan.
Tot slot is endorfine essentieel voor overleven, het bevordert je doorzettingsvermogen.
Dopamine
Het tweede ego-hormoon heet dopamine. Dopamine wordt ook wel het ‘gelukshormoon’ of het ‘geluksstofje’ genoemd. En dat is niet verwonderlijk, want dopamine speelt een hele grote rol in je hersenen voor wat betreft het beloningssysteem. Op het moment dat er in de hersenen een bepaalde hoeveelheid dopamine wordt aangemaakt, krijg je een heerlijk gevoel van blijdschap en genot, de beloning na een bepaalde lichamelijke inspanning of na het nemen van bepaalde voeding. Het wordt vooral aangemaakt als je een bepaald doel hebt gerealiseerd, zoals je doe-lijstje hebt afgerond. Het boek, “getting things done’ is een ode aan dopamine! Want je bent in staat om iets voor elkaar te krijgen, hierdoor maak je dopamine aan.
De ego-hormonen hebben twee nadelen. Allereerst werken ze verslavend. Ten tweede bevorderen ze het individualisme. In bedrijven waar deze hormonen vooral aanwezig zijn, is er veel competitie, het gaat om de individuele prestatie en het is erg doelgedreven. Getallen zijn alles!
Simon Sinek maakt nog een mooi uitstapje door te melden dat we allemaal nog al verslaafd zijn aan onze smart telefoon vanwege dopamine. Veel mensen kijken eerst op hun telefoon als ze wakker worden. Dan wordt er, volgens hem, weer wat dopamine aangemaakt.
Sociale hormonen
Naast de ego-hormonen hebben we ook sociale hersenhormonen. Dit zijn: serotonine en oxytocine.
Deze hormonen ontstaan alleen als je samenwerkt of als je met anderen bent.
Serotonine
Serotonine is het leiderschapshormoon. Het komt in werking als we voor anderen bezig zijn. Als we dit doen, gaan anderen weer voor jou zorgen. Het gaat om de waardering en erkenning door de ander. Met een hoger niveau serotonine ga je elkaar beter vertrouwen.
Serotonine bevordert ook het onderlinge gevoel tussen mensen! Je wilt ook de anderen trots maken.
Voor leiderschap betekent een hoger gehalte aan serotonine, een team dat elkaar vertrouwt, en daardoor beter met elkaar samenwerkt, betere producten levert.
In bedrijven die deze leiderschapsstijl belichamen in hun cultuur, werken managers die vrijgevig zijn, de toon zetten en in de geest van het leger: “als laatste eten” . In deze bedrijven wordt leiderschap niet gezien als een status maar een als een verantwoordelijkheid. Deze leiders voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van de collega’s en voor het bedrijf.
Oxytocine
Oxytocine wordt ook wel het knuffelhormoon of het liefdeshormoon genoemd. Het neemt toe bij fysiek contact zoals hand schudden, of een fysieke aanraking. Het wordt ook al tot stand gebracht door de ander even aandacht te geven. Maar ook een vraag aan je collega: kan ik je ergens mee helpen kan al oxytocine verhogend werken. Het hormoon bevordert het gevoel van liefde en vertrouwen.
Ik begeleid veel bedrijven. Het valt mij op dat veel bedrijven louter en alleen via email communiceren. Zelfs als ze naast elkaar zitten. Hier wordt een grote kans gemist. Juist even aandacht aan de ander besteden kan het verschil maken. Het kost tijd en energie, maar je krijgt er veel voor terug. Toename oxytocine zorgt voor meer creativiteit, meer verbondenheid, en een gezonder leven. Oxytocine zorgt ook voor het gevoel dat je ergens bij hoort.
Cortisol
Simon praat aan het eind van de lezing nog over een ander hormoon. En wel het stresshormoon cortisol. Cortisol is het hormoon om te overleven. Helaas komt dit hormoon ook vrij als je stress ervaart. Als het niet veilig is op je werk, maak je cortisol aan. Dit hormoon maakt je paranoïde. Je krijgt een hogere hartslag en je gaat piekeren. Ook je immuunsysteem vermindert. Meer cortisol zorgt voor minder oxytocine productie.
Helaas zorgen sommige managers niet voor een veilige omgeving. Waardoor medewerkers cortisol aanmaken, en veel minder goed functioneren.
Tot slot
In bedrijven met weinig vertrouwen, zijn we vooral aan het overleven. Managers van Nederland, zorg goed voor je mensen en zorg voor een veilige omgeving, ze zullen veel betere prestaties leveren, gaan met meer plezier naar hun werk, en zullen trots worden op hun bedrijf!