Deze frequent voorkomende gewoontes zorgen voor ineffectief breingebruik
Wat hebben ‘te laat komen op een vergadering’, ‘ mensen in beweging krijgen door ze te vertellen hoe ze moeten handelen’, ‘in het verleden hangen’ en ‘micromanagen’ met elkaar gemeen? Het zijn vier gewoontes die managers en professionals kunnen hebben omdat ze gewoontes hebben ontwikkeld die zorgen dat je niet het optimale uit je brein haalt en daardoor minder functioneert.
Als ze kennis van het brein zouden hebben gehad, was de kans veel groter dat ze deze gewoontes niet eigen hadden gemaakt. Omdat deze kennis pas kort uitgebreid beschikbaar is, is het ook logisch dat mensen deze gewoontes hebben. Gelukkig kun je door het toepassen van de kennis van het brein vrij gemakkelijk effectievere gewoontes aanleren.
Gewoonte 1 . Komen regelmatig te laat of niet op vergaderingen
Iedereen kent ze wel, collega’s die altijd te laat op vergaderingen komen, soms verschijnen ze helemaal niet op de vergadering. Vanuit het brein gezien komt dit door een ineffectief gebruik van de prefrontale cortex. De prefrontale cortex is het leiderschapsdeel van het brein. Met dit deel plan je. Als je onvoldoende zorgt voor dit deel ontwikkel je gedrag dat je vooral geleefd wordt. Het is belangrijk voor de prefrontale cortex om regelmatig pauzes en dutjes te doen. Hierdoor blijft het viever en is het makkelijker om je niet meer te laten leven, maar proactief je keuzes te maken. Echter veel mensen denken dat het slim is om continu door te werken. Dat zou effectiever zijn. Nee dus. Dan kom je juist te laat.
Gewoonte 2. Denken mensen in beweging te krijgen door te vertellen hoe ze moeten handelen
Als een kind moet leren lopen wordt het kind op zijn benen gezet, en zorg je dat het gaat oefenen. Door dit te herhalen, leert een kind lopen. Veel leer je door te oefenen. Helaas doen managers dat niet bij medewerkers. Bij medewerkers gaan ze vooral vertellen hoe iemand iets moet gaan doen. En als iemand het niet heeft gedaan, gaan ze het nog eens herhalen. Ze vergeten dat je gedrag leert door te oefenen, niet door te vertellen wat de ander moet doen. Je wil de actiestand van het brein van de ander activeren. Dus stop met vertellen met hoe mensen moeten gaan handelen, maar laat ze zelf nadenken en zorg dat ze het nieuwe gedrag veel gaan oefenen.
Gewoonte 3. Blijven in het verleden hangen
Ik heb ooit eens een blog geschreven met als titel: ‘Leer van het verleden, leef in het heden en focus op de toekomst’. Echter veel managers blijven erg in het verleden hangen. Als je de werking van het brein begrijpt, snap je ook dat dit niet slim is. Want bij het brein werkt het zo, dat wat je aandacht geeft, groeit. Als je het verleden aandacht geeft, laat je dit groeien. Dit heeft te maken met de neuroplasticiteit van het brein. Neuroplasticiteit betekent dat het brein kan veranderen. Echter het enige dat kan veranderen is de toekomst! Daarom is het belangrijk om te leren van het verleden, te leven in het heden en te focussen op de toekomst. Door te focussen op de toekomst komt het brein in een actiestand.
Gewoonte 4. Zijn aan het micromanagen
Het brein bestaat uit een pijnnetwerk en een beloningsnetwerk. Als je het pijnnetwerk activeert voelt de persoon zich niet veilig. Het pijnnetwerk is een brein dat vooral bezig is met overleven. Het reptielenbrein is dan actief. Door te micromanagen zorg je er voor dat de ander in het pijnnetwerk zit, en desbetreffende persoon zal niet goed functioneren. Het brein wil ruimte in goede synergie met de kaders en doelen. Als je dit het brein kan geven, zal het optimaal functioneren.
Tot slot
We hebben nare gewoontes aangeleerd die zorgen dat het brein minder goed functioneert. Hierdoor functioneren mensen uiteindelijk ook minder goed, het brein is tenslotte het informatieprocessing orgaan van het lichaam. Door kennis van het brein toe te passen, kan hier makkelijk verandering in komen.
Deze kennis kan je gemakkelijk leren onder andere door het volgen van het programma voorkom een burn-out.